De arkvaarders
Anne ProvoostMet haar ouders trekt Re Jana weg van de moerassen: het water blijft stijgen en het leven wordt er te moeilijk. In een woestijnachtig gebied schijnt iemand een reusachtig schip te bouwen, en die woestijnheer kan best iemand met verstand van boten gebruiken: daar trekt de moerasfamilie heen. De aanblik van de bouwput met het enorme houten schip middenin de woestijn, de hele van mensen krioelende stad die eromheen is ontstaan, is verbijsterend. Re Jana's vader wordt de rechterhand van de bouwheer en zijn zonen. En Re Jana, een aantrekkelijk meisje op de grens van volwassenheid, weet zich onmisbaar te maken: ze leert dit bizarre volk, dat maar in één god gelooft, de weldaden van helder, zuiver water en geurende oliën kennen. Vooral Cham, de jongste zoon van Noach de bouwheer, bezwijkt voor haar charmes. Cham maakt haar duidelijk dat zijn god de wereld onder water wil zetten. En dat alleen Noach en zijn familie gered zullen worden. De liefde blijkt sterker: Cham smokkelt Re Jana mee de ark in.